Noodverlichting

Algemeen

  • Brandt een noodverlichting armatuur altijd?

    Nee, noodverlichting bestaat uit vier soorten noodverlichting (zie volgende vraag), elk kan op diverse soorten manieren worden toegepast. Het is dus afhankelijk de functie van noodverlichting of het armatuur altijd moet branden.

  • Moet ik jaarlijks de noodverlichting controleren en onderhouden?

    Ja, jaarlijkse controle en onderhoud van en aan noodverlichting is verplicht. Dit is vastgelegd in Bouwbesluit 2012 en Arbowet. Men eist dat de mensen te allen tijde moeten kunnen vluchten. Dit is alleen te realiseren als de noodverlichting functioneert en dus onderhouden wordt. Daarom houden wij in lijn met de inspectierichtlijn ISSO79 en de NEN-EN 50172 een onderhoudsinterval van 1 jaar aan.

  • Wat is noodverlichting?

    Noodverlichting is verlichting die in werking treedt, wanneer de normale verlichting als gevolg van een stroomstoring uitvalt. Noodverlichting wordt daarom gevoed met een bron die onafhankelijk is van de bron die de normale verlichting voedt.

  • Wat is de functie van noodverlichting?

    Noodverlichting brandt automatisch zodra de netspanning uitvalt of terugvalt. Noodverlichting stelt mensen in staat om via vluchtroutes snel en veilig het gebouw te verlaten en het voorkomt paniek. Planmatig zorgen voor de veiligheid van mensen middels een noodverlichtingsinstallatie is niet alleen wettelijk verplicht, maar bovenal ook een verantwoordelijkheid van ieder bedrijf of openbare ruimte.

  • Is noodverlichting verplicht binnen je bedrijf?

    Ja, het is verplicht om noodverlichting te hebben en adequaat te onderhouden. Dit is vastgelegd in Bouwbesluit 2012 en Arbowet.

  • Wat is het verschil tussen nood en nood-continu?

    Onder normale omstandigheden brandt een nood armatuur niet. Alleen in geval van netspanning uitval (nood) wordt deze armatuur geactiveerd. De armatuur wordt dan gevoed door de batterij in de armatuur zelf of in een centrale voedingskast. In dit geval brandt de nood-continu armatuur altijd. Is netspanning aanwezig dan wordt deze hierdoor gevoed (continu functie). Bij netspanning uitval schakelt de armatuur of kast over op haar/zijn eigen batterijvoeding (nood functie).

  • Waar moet de noodverlichting opgehangen worden?

    Dit is vastgelegd in de diverse normen en hangt ook af van de activiteiten en de omvang van de ruimte. Hierin is ook de minimale benodigde lichtopbrengst per activiteit vastgesteld.

  • Welke pictogrammen moet je gebruiken?

    Voor veiligheidssignalering voor vluchtrouteaanduiding moet gebruik worden gemaakt van de groen-witte pictogrammen uit de NEN-EN-ISO-7010 normering. Voor het juist aangeven van de vluchtroute is het voldoende om gebruik te maken van de pictogrammen met "het rennende mannetje". Het pictogram nooduitgang ("hoefijzer") mag enkel nog worden gebruikt voor een echte nooduitgang naar buiten, deze mag echter ook door een “running man” worden vervangen. Teksten zijn niet meer toegestaan.

  • Wat is het verschil tussen centrale en decentrale noodverlichting?

    Noodverlichting bestaat uit een centraal of decentraal systeem. Het verschil tussen deze systemen is dat bij decentraal gevoede noodverlichting, de batterij voor de noodvoeding in de armatuur zelf is geplaatst. Bij centrale noodverlichting staat de noodvoeding ergens in het gebouw centraal opgesteld.

  • Waarom hangt vluchtrouteaanduiding altijd zo hoog? Bij rook is deze dan toch niet meer zichtbaar?

    Vaak leggen mensen een directe relatie tussen noodverlichting en brandveiligheid. Dit komt mede doordat handhaving in de regel een taak is van de brandweer. Het is echter een groot misverstand dat noodverlichting in de eerste plaats is bedoeld om veilig te kunnen vluchten bij brand. Noodverlichting dient om mensen in staat te stellen veilig een gebouw te verlaten wanneer de netspanning uitvalt, ongeacht de oorzaak. Wanneer de rook zo dicht is, dat de vluchtrouteaanduiding niet meer opvalt, dan dient het gebouw al ontruimd te zijn.

  • Wat is noodverlichting en waar dient het voor?

    Noodverlichting dient als ‘back-up’ als de voeding voor de normale verlichting het laat afweten. Noodverlichting heeft daarom een onafhankelijke stroombron. Onder noodverlichting vallen noodevacuatieverlichting en vervangingsverlichting. Noodevacuatieverlichting is bedoeld om een gebouw veilig te kunnen ontruimen, vervangingsverlichting maakt het mogelijk om werkzaamheden veilig voort te zetten bij een spanningsuitval. Vervangingsverlichting valt buiten de scope van de NVFN.

  • Als de noodverlichting voldoet aan het Bouwbesluit, is dat dan voldoende?

    In het Bouwbesluit staan – in de vorm van functionele en prestatie-eisen – de minimale bouw- en gebruiksvoorschriften met betrekking tot veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Naast het Bouwbesluit zegt ook de Arbowet iets over noodverlichting in relatie tot de veiligheid op arbeidsplaatsen. Daarnaast zijn er diverse nationale normen van toepassing.

  • Is het verplicht de nationale (NEN) normen te volgen?

    Normen of delen daarvan die vanuit de wet worden aangewezen zijn verplicht. Dat betekent niet dat de rest van de normen vrijblijvend zijn. Deze gelden als stand der techniek en worden als zodanig gebruikt door de rechtelijke macht bij het vaststellen van de aansprakelijkheid. Afwijken van normen mag wel, maar dan moet men aantonen dat het resultaat beter of minimaal gelijkwaardig is.

  • Is noodverlichting aan de buitenkant van een nooduitgang altijd verplicht?

    Volgens de geldende norm NEN-EN 1838 dient er aan de buitenkant van iedere deur die in geval van nood wordt gebruikt noodverlichting geplaatst te worden. Omdat normen niet vrijblijvend zijn kun je dus spreken van een verplichting. Men kan er niet op vertrouwen dat de straatverlichting werkt. Een spanningsuitval kan immers een groter gebied betreffen.

  • Wanneer moet ik anti-paniekverlichting aanbrengen?

    In ruimtes die groter dan 60 vierkante meter zijn (dit geldt ook voor lichte industrie zoals magazijnen) geldt als norm 1 Lux op de vloer.

  • Is een logboek verplicht voor Noodverlichting?

    Registratie is verplicht. In die registratie staat een beschrijving van het noodverlichtingssysteem en worden rapportages opgenomen van inspecties met daarin geconstateerde afwijkingen. Tevens worden herstelwerkzaamheden beschreven. Dit alles kan prima in de vorm van een logboek, maar mag ook op een andere manier worden vormgegeven.

  • Heeft inspectie aan de noodverlichting nut bij toepassing van led-lichtbronnen?

    Minimaal eens per jaar controleren van een noodverlichtingsinstallatie is om te zien of de noodverlichting nog past bij het gebruik van het gebouw en of het voldoet aan alle eisen. Tijdens deze controle wordt de noodverlichtingsinstallatie getest op de geëiste functionaliteit.

  • Valt vluchtrouteaanduiding wel voldoende op bij een calamiteit?

    Het ontruimen van een gebouw brengt stress met zich mee. Mensen vallen dan snel terug op gewoontes. Wanneer men onbekend is met de vluchtroute zal men geneigd zijn de weg te nemen waarlangs zij binnen zijn gekomen. Vluchtrouteaanduiding is vooral erg effectief wanneer mensen zijn gewezen op de betekenis van ‘de groene bordjes’ en regelmatig een ontruiming oefenen.

  • Is jaarlijks onderhoud nog wel nodig bij led-noodverlichting?

    Onderhoud gaat verder dan het vervangen van een lichtbron of een batterij. Denk ook eens aan het schoonmaken van de lens of reflector. Bij veel stof op de lens komt er niet voldoende verlichting uit het armatuur waardoor de vereiste presentaties niet geleverd kunnen worden. De jaarlijkse werkzaamheden kunnen wel veel sneller worden afgehandeld wanneer er geen TL-buisjes meer vervangen hoeven te worden.

  • Welke soorten noodverlichting zijn er?

    Noodverlichting bestaat uit vier soorten: vluchtwegverlichting, vluchtwegaanduiding, anti-paniekverlichting en verlichting van werkplekken met verhoogd risico.

    • Vluchtwegverlichting is noodverlichting dat de vluchtwegen verlicht. Deze armaturen branden alleen in geval van een stroomstoring. • Vluchtwegaanduiding zijn noodverlichting armaturen die vluchtwegen en uitgangen voor het verlaten van een gebouw aanduiden. Deze armaturen zijn voorzien van een pictogram en branden altijd. • Anti-paniekverlichting is de nood-evacuatieverlichting dat voorzien is om paniek te voorkomen en vooral in ruimtes waar mensen samenkomen, zoals kantines en vergaderzalen. Het is vastgelegd dat dit publieke ruimtes groter dan 60 m2 aanwezig moet zijn. Deze armaturen branden alleen in geval van een stroomstoring. • Verlichting van werkplekken met verhoogd risico is noodverlichting dat verlichting levert voor de veiligheid van personen, betrokken in een mogelijk gevaarlijk proces of een mogelijk gevaarlijke situatie. Of werkplekken waar een mogelijk gevaarlijk proces moet worden afgesloten zoals werkplekken waarbij sprake is van draaiende delen, zuurbaden, hete of zeer brandbare materialen. Denk aan bijvoorbeeld zaagmachines, keukens en laboratoria.

  • Wat houdt het bouwbesluit in?

    De regelgeving en normering voor noodverlichting zijn vastgelegd in twee wetten, waaronder het bouwbesluit. Deze wordt aangevuld met een aantal normen. Het bouwbesluit verwijst naar twee NEN normen: NEN-EN 1838 en NEN-EN-ISO 7010. • NEN-EN1838: in deze norm staan de lichttechnische voorschriften waaraan noodverlichting in gebouwen moet voldoen. De norm moet worden gelezen in samenhang met het meest recente Bouwbesluit en de Arbowet. Waar deze regelgeving noodverlichting verplicht, stelt NEN-EN 1838 concrete en heldere eisen aan de omstandigheden en verantwoordelijkheden bij de inrichting van een noodverlichtingsinstallatie. • NEN-EN-ISO 7010: Deze norm beschrijft de veiligheidssymbolen en –kleuren, waaronder het wereldwijd gangbare en geaccepteerde pictogram voor vluchtrouteaanduiding.

  • Wat houdt de Arbo-wet in?

    De regelgeving en normering voor noodverlichting zijn vastgelegd in twee wetten, waaronder de de Arbo-wet. Volgens de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers, bezoekers en leveranciers. Zo moet de werkgever zorgen dat er vluchtroutes en nooduitgangen zijn. Noodverlichting behoort tot de voorzieningen die noodzakelijk zijn om veilig gebruik te maken van de vluchtroutes en nooduitgangen.

  • Wat is het verschil tussen IP20 en IP65?

    Een led armatuur met IP20 markering is dus niet stofdicht, maar kan wel gewoon aangeraakt worden met de hand. Ook voorwerpen van 12.5 mm of groter kunnen niet binnendringen. Vaak is het zo dat kleinere voorwerpen ook niet binnen kunnen komen, maar de eerstvolgende stap bij IP markeringen is 2.5 mm. Heeft led verlichting een IP65 markering, dan is het volledig stofvrij, stof kan dus niet binnendringen in het armatuur. Led verlichting met een IP20 markering heeft ook geen bescherming tegen vocht/water en kan dus alleen binnen in droge ruimtes gebruikt worden. IP20 led lampen zijn geschikt voor bijvoorbeeld een woonkamer, slaapkamer, overloop, etc. IP65 led lampen zijn "waterbestendig" en er kan dus geen water binnendringen indien de led verlichting met 12.5 liter water per minuut besproeid wordt.

  • Hoe kan ik zien of een noodverlichtingsarmatuur aan de regels voldoet?

    Een armatuur dat is ontworpen volgens de geldende productnorm NEN-EN-IEC 60598-2-22 is te herkennen aan een ENEC of KEMA-KEUR symbool op de typesticker. Is deze niet aanwezig, of twijfel je, vraag dan een conformiteitsverklaring op bij jouw leverancier. Daarnaast is het belangrijk dat de armaturen geschikt zijn voor de omgeving waarin zij worden toegepast. Denk daarbij aan warmte, vocht

  • Wanneer pas ik decentrale noodverlichting toe en wanneer een centraal gevoed systeem?

    Er is geen ‘beter’ of ‘slechter’ systeem voor noodverlichting. Afhankelijk van de eisen en de omstandigheden is er wel een ‘geschikter’ systeem. Bij de keuze tussen een centraal en een decentraal gevoede noodverlichting gaat het om de volgende factoren:

    • Het gewenste veiligheidsniveau • De hoogte van de diverse ruimten • De omgevingstemperatuur van de diverse ruimten • De benodigde lichtopbrengst bij calamiteiten • De mogelijkheden voor onderhoud

  • Welke verlichtingsarmaturen zijn geschikt om voorzien te worden van een noodverlichtingsfuntie?

    Verlichtingsarmaturen zijn ontwikkeld om een (werk)plek goed te verlichten en dus niet geoptimaliseerd voor gebruik in nood. Noodverlichting levert een geringe hoeveelheid licht op een groot oppervlak of over een grote afstand. Qua optiek zal het ombouwen van algemene verlichting dus altijd een compromis zijn. Zorg in ieder geval voor een polair diagram om de lichtprestatie te kunnen vaststellen. Ook technisch zijn er nogal wat uitdagingen. Het resultaat, na het ombouwen van de armaturen, moet voldoen aan de productnormen voor noodverlichting. Denk ook altijd aan het periodieke onderhoud aan de noodunit. Om dit goed te kunnen uitvoeren moet de apparatuur goed bereikbaar en herkenbaar zijn. Zie ook de NVFN-publicatie: Richtlijn Noodstroomunits voor noodverlichting.