Noodverlichting: complete gids volgens NEN-EN 1838, Bbl en best practices

cornerstone_noodverlichting_04

Veilig het gebouw uit, ook wanneer het licht uitvalt

Wanneer normale verlichting uitvalt (door een stroomstoring, calamiteit of technische fout) kan een vertrouwde omgeving in seconden veranderen in een desoriënterende en potentieel gevaarlijke situatie. Juist dan moet noodverlichting onmiddellijk en zonder twijfel functioneren. Het markeert vluchtroutes, voorkomt paniek en begeleidt mensen veilig naar de uitgang..

Professionele noodverlichting vraagt om een doordacht ontwerp, correcte installatie en regelmatig onderhoud. Deze gids bundelt alle relevante kennis: van wetgeving en normen tot accutechniek, plaatsing en inspectie. Hiermee realiseer je een veilige en betrouwbare noodverlichtingsinstallatie volgens de geldende standaarden.

1. Waarom noodverlichting essentieel is

Bij een incident kan verlichting in één keer wegvallen. In zulke situaties draagt noodverlichting direct bij aan veiligheid:

  • vluchtroutes zichtbaar blijven, ook bij rook of paniek.
  • obstakels tijdig worden opgemerkt, waardoor val- en botsingsgevaar afneemt.
  • machines veilig kunnen worden gestopt,vooral in industriële omgeving.
  • medewerkers rustig en gecontroleerd het gebouw kunnen verlaten, zonder desoriëntatie.

Een betrouwbaar systeem vermindert risico’s voor mensen én bedrijfsprocessen. Om die reden is noodverlichting geen aanvulling, maar een verplicht fundament van gebouwveiligheid.

Verdieping:


cornerstone_noodverlichting_01

2. Wet- en regelgeving: Bbl & NEN-EN 1838

Noodverlichting valt onder meerdere wettelijke kaders. Deze bepalen waar het verplicht is én hoe het moet functioneren.

2.1 Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving): waar noodverlichting verplicht is

In het Bbl is vastgelegd dat noodverlichting verplicht is bij o.a.:

  • vluchtroutes en nooduitgangen,
  • trappenhuizen (ook noodtrappen),
  • gangen en verkeersroutes,
  • ruimten waar veel personen samenkomen,
  • werkplaatsen en technische ruimtes,
  • ruimten met verhoogd risico (installatieruimten, machinekamers).

Het Bbl stelt het functioneren verplicht; de uitwerking van de prestaties volgt uit normen.

2.2 NEN-EN 1838: hoe noodverlichting moet presteren

NEN-EN 1838 is dé prestatie-eis-norm voor noodverlichting. Deze schrijft onder meer voor:

  • minimale lichtsterkte op vluchtroutes (min. 1 lux).
  • anti-paniekverlichting in open ruimten.
  • beperking van verblinding en schaduwvorming.
  • zichtafstanden van pictogrammen (afhankelijk van formaat).
  • verschil tussen vluchtwegverlichting en anti-paniekverlichting.

Andere relevante normen:

  • NEN 1010 (installatie-eisen)
  • NEN-EN-IEC 60598-2-22 (productveiligheid van armaturen)

Verdieping:


3. Waar moet je noodverlichting plaatsen?

Correcte plaatsing is cruciaal voor functionaliteit én normconformiteit. In praktijk betekent dit noodverlichting bij:

  • alle nooduitgangen;
  • begin, einde en tussenbordessen van trappen;
  • hoeken, kruisingen en splitsingen in gangen;
  • niveauverschillen en drempels;
  • grote open ruimten (anti-paniekverlichting);
  • machinezones en risicovolle werkplekken;
  • liften en de directe omgeving daarvan (ook als de lift niet als vluchtweg geldt).

Deze locaties zorgen ervoor dat mensen een vluchtroute kunnen herkennen zonder twijfel of verwarring.

Verdieping:


4. De soorten noodverlichting in de praktijk

4.1 Vluchtwegverlichting

Zorgt voor voldoende licht om veilig te kunnen lopen, obstakels te zien en richting te bepalen. Wordt toegepast in gangen, trappenhuizen, doorgangen en op alle vluchtroutes.

4.2 Anti-paniekverlichting

Wordt toegepast in grotere ruimten (hallen, productiehallen, sportzalen, kantoren) om desoriëntatie te voorkomen. Het licht geeft eerst rust en overzicht, waarna vluchtwegen duidelijk worden.

4.3 Armaturen: nood vs. nood-continu

Nood-armaturen (niet-continu)

  • Branden alleen bij spanningsuitval.
  • Efficiënt en geschikt voor situaties waar permanente aanduiding niet nodig is.

Nood-continu armaturen

  • Branden altijd; bij spanningsuitval schakelen ze onmerkbaar over op noodvoeding.
  • Ideaal voor pictogramarmaturen en ruimten waar permanente oriëntatie noodzakelijk is.

Verdieping:


5. Centrale vs. decentrale systemen

5.1 Decentrale systemen

Kenmerken:

  • iedere armatuur bevat een eigen accu,
  • gemakkelijk toe te passen bij renovatie,
  • lage initiële kosten,
  • onderhoud per armatuur.

Geschikt voor kleinere en middelgrote gebouwen.

5.2 Centrale noodverlichting

Kenmerken:

  • armaturen worden gevoed vanuit één centrale voedingskast of UPS,
  • geen losse accu’s per armatuur,
  • onderhoud en monitoring centraal,
  • vaak langere acculevensduur en hogere betrouwbaarheid.

Geschikt voor grotere gebouwen, zorginstellingen of moeilijk bereikbare locaties.

Verdieping:


6. Pictogrammen & vluchtroute-aanduiding

Pictogrammen sturen mensen in stressvolle situaties de juiste kant op. Fouten hierin leiden direct tot desoriëntatie.

Let op:

  • gebruik pictogrammen volgens NEN-EN ISO 7010 (het bekende rennende mannetje);
  • stem pijlrichting consequent af op de werkelijke looproute;
  • zorg voor voldoende zichtafstand (afhankelijk van formaat pictogram);
  • vermijd blokkades door inrichting, kasten of wanden.

Verdieping:


cornerstone_noodverlichting_03

7. Accu’s: de stille motor achter betrouwbare noodverlichting

7.1 Veelgebruikte Accutypen

NiCd

  • robuust en bestand tegen hogere temperaturen;

NiMH:

  • hogere energiedichtheid, compacter;

LiFePO4 (Lithium-ijzerfosfaat):

  • lange levensduur, energiezuinig.

7.2 Armatuur of accu vervangen?

Accu vervangen wanneer:

  • autonomie onder de norm komt;
  • accu snel leegloopt;
  • het armatuur verder technisch in orde is.

Armatuur vervangen wanneer:

  • behuizing beschadigd / vergeeld is;
  • elektronica of driver storingen vertoont;
  • lichtopbrengst structureel onvoldoende is;
  • de technische levensduur is bereikt.

Verdieping:


8. Onderhoud & inspectie: zorgen dat het blijft werken

Installatie is stap één. Zorgen dat het blijft werken is minstens zo belangrijk.

8.1 Periodieke controles

Normaal onderhoud bevat:

  • Maandelijkse test: schakelt het armatuur zichtbaar over op noodbedrijf?
  • Jaarlijkse autonomietest : brandt de verlichting de vereiste tijd (meestal 1 uur of 3 uur)?
  • Logboekplicht: registreer testen, storingen, vervangingen en aanpassingen.

Zowel het Bbl als de Arbowet verplichten aantoonbaar onderhoud.

8.2 Scholing & deskundigheid

Voor monteurs en beheerders bestaan erkende opleidingen over projectering, onderhoud en inspectie. Daarmee voldoe je aantoonbaar aan deskundigheidseisen en voorkom je afkeur.

Meer verdieping:


9. Noodverlichtingsplan: van ontwerp tot oplevering

Een noodverlichtingsplan beschrijft exact waar en hoe noodverlichting in een gebouw is geplaatst en hoe deze bij nood wordt gebruikt. Een goed plan bevat:

  • plattegronden met alle armaturen;
  • vluchtwegen, zichtlijnen en berekeningen volgens NEN-EN 1838,
  • montage- en bekabelingsadvies;
  • overzicht van armaturen, accu’s en pictogrammen;
  • uitgangspunten voor onderhoud en inspectie.

Dit voorkomt discussies met toezichthouders en garandeert normconforme oplevering.

Verdieping:


10. Veelgestelde vragen (FAQ)

Hoe vaak moet ik noodverlichting testen?

Minimaal maandelijks een functietest en jaarlijks een uitgebreide autonomietest, met registratie in een logboek.

Hoe lang moet noodverlichting minimaal branden?

In de meeste situaties minimaal 1 uur; in specifieke toepassingen (bijv. sommige zorg- of utiliteitsgebouwen) wordt vaak 3 uur aangehouden.

Is onderhoud verplicht?

Ja. Zonder aantoonbaar onderhoud voldoet de installatie niet aan de eisen uit Bouwbesluit/Bbl en Arbowet.


cornerstone_noodverlichting_02

11. Werken aan een veilig gebouw

Noodverlichting is meer dan een verzameling armaturen. Het is de optelsom van:

  • een helder en normgericht ontwerp,
  • de juiste producten op de juiste plek,
  • correcte installatie volgens NEN 1010 en 60598-2-22,
  • regelmatig onderhoud en inspectie..

Wanneer deze elementen samenkomen, ontstaat een betrouwbaar systeem dat voldoet aan alle wettelijke eisen én de veiligheid van gebruikers waarborgt.